Robben Ford is uitermate veelzijdige gitarist. Hij beheerst bijna elk genre, maar excelleert met name in de blues, jazz, rock en funk. Ford heeft al vaker verklaard dat de blues de basis is voor al zijn muziek. Op "Bringing It Back Home" keert Robben Ford terug naar die basis. Maar pas op: schijn bedriegt, want op deze plaat beperkt Ford zich niet uitsluitend tot de blues. De basis is ontegenzeggelijk de blues, maar de invloeden uit met name de jazz en funk zijn overduidelijk aanwezig. De plaat is dan ook behoorlijk ingetogen. Ford houdt het tempo laag, maar juist daardoor is zijn gitaarspel nog prominenter aanwezig. Robben Ford perst de mooiste zuiverste, warme, en smaakvolle tonen uit zijn gitaar. Nergens klinkt het clichématig en altijd bijzonder gloedvol. De interactie met de toetsen/orgel op deze plaat is overigens fenomenaal. In het instrumentale "On that Morning" is dat prachtig hoorbaar. Maar ook nummers als "Everything I Do Gonna Be Funky", "Birds Nest Bound", "Fair Child" en het afsluitende "Fool's Paradise" zijn prachtig. Verwacht op "Bringing It Back Home" dus geen vlammende rauwe blues vol felle gitaarsolo's. Nee dit is warme blues, intens, indringend, meeslepend, jazzy, bij tijd en wijlen een beetje funky, maar vooral heel erg mooi!
The Delta Saints lieten op hun gelijknamige debuut horen dat ook de jonge generatie wordt gegrepen door de blues. Op hun tweede plaat "Death Letter Jubilee" geven ze hun geluid meer een eigen smoel. De blues van The Delta Saints heeft een constante groove, het swingt de pannen van het dak. Het tempo op "Death Letter Jubilee" grotendeels hoog, opgezweept door de harmonica. Soms gaat het tempo ogenschijnlijk wat omlaag, maar onderhuids straalt elk nummer een ongekende energie, waardoor je in een roes blijft. In het midden van de plaat is er tactisch een rustpuntje ingebouwd in de vorm van "Out to Sea". Je kunt even op adem te komen, om vervolgens weer meegesleurd te worden in de sneltrain die "Death Letter Jubilee" heet. Een van mijn favoriete nummers op deze plaat is "Drink it Slow". Naast de blues hoor ik een vette funk in dit nummer. Met "Death Letter Jubilee" zetten The Delta Saints de volgende stap in hun ontwikkeling en misschien, heel misschien, definiëren ze met hun sound wel de blues anno 2013.
Op ieder album na de "Allennig" serie schuift het geluid van Daniel Lohues een klein beetje op. Het zijn slechts subtiele veranderingen, maar wel zodanig dat elke plaat weer een andere beleving is. Het grote verschil op "Ericana" ten opzichte van bijvoorbeeld voorgangers "Hout Moet" en "Gunder" is dat geluid weer iets voller is, meer een bandgeluid zo te zeggen, en het allerbelangrijkste: de terugkeer van de elektrische gitaar! Niet dat het nu direct een stevige rockplaat is geworden, maar de warme elektrische tonen zorgen voor kleine maar overduidelijke nuances in het totaalgeluid. Soms hoor ik zelfs weer wat flarden van de bluesy Daniel Lohues. En dat bevalt me uitermate goed moet ik zeggen. Tekstueel is het van het niveau dat we van Lohues inmiddels wel gewend zijn. Mooi, originele uit het leven gegrepen teksten in de Drentse taal (ja ik noem het bewust een taal, wat de puristen daar ook van vinden). Mijn van oorsprong Drentse hart gaat harder kloppen als ik hoor hoe Lohues alledaagse, humoristische, maar soms ook pijnlijke onderwerpen zo effectief en treffend kan verwoorden. Voor mij is Lohues een persoonlijke held en staat hij in Nederland op eenzame hoogte. "Ericana" is een prachtplaat en misschien wel mijn favoriete plaat van deze Drentse alleskunner.
De samenwerking tussen mondharmonicaspeler Charlie Musselwhite en Ben Harper levert gewoon een prima bluesplaat op. "Get Up!" combineert de talenten van beide muzikanten tot een energieke plaat vol met blues en een vleugje rock. Het tempo is gevarieerd, de ene keer langzaam, waarbij de mondharmonica van Musselwhite een mooie warme klank heeft. De andere keer wat steviger, rockend, en dan neemt de gitaar van Harper het stokje over. Het gitaarspel van Harper is overigens afwisselend genoeg om gedurende "Get Up! spannend te blijven. Vooral op de lapsteel excelleert hij. De zang van Harper komt het beste tot zijn recht in de wat langzamere nummers. In de uptempo nummers heeft hij de neiging om zichzelf te overschreeuwen. Overigens wordt dat nergens echt storend. Dit is slechts een klein smetje, want "Get Up!" is gewoon een goede plaat!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten